De Gemeente Leidschendam-Voorburg werkt op vele terreinen samen met externe partijen. Binnen deze samenwerkingsverbanden zijn verbonden partijen een bijzondere groep die extra aandacht verdient vanwege de aanzienlijke bestuurlijke, strategische en financiële belangen voor de gemeente.
In 2014 bracht de Rekenkamercommissie het rapport Grip op Samenwerking uit. Eén van de aanbevelingen die hierin werd gedaan was: Versterk en actualiseer de analyse van risico’s van samenwerkingsverbanden. Deze aanbeveling vormt één van de pijlers van het Afwegingskader verbonden partijen dat aan de gemeenteraad door het college ter vaststelling is voorgelegd. Het afwegingskader beoogt ook eenduidigheid te bewerkstelligen gedurende de gehele beheersingscyclus van de samenwerking: bij het aangaan van de samenwerking, de periodieke evaluatie van de samenwerking en de heroverweging van de samenwerking.
Gedurende de samenwerking is het van belang om ‘de vinger aan de pols’ te houden; de periodieke evaluatie. Gekozen is om de check op de samenwerking te laten plaatsvinden op twee momenten per jaar; als onderdeel van de jaarlijkse begrotingscyclus en als onderdeel van de jaarrekening.
De periodieke evaluatie kijkt naar de stand van zaken van een verbonden partij maar richt zich in mindere mate op de doelmatigheidsvraag: behaalt de gemeente de gewenste doelen door deelname aan de verbonden partij?
Deze vraag dient op gezette tijden, eens per vier jaar, wel gesteld te worden. Deze heroverweging richt zich wel op het nut en noodzaak van de samenwerking en de vorm van de samenwerking. Per verbonden partij is aangegeven in welk jaar uiterlijk een heroverweging van de betreffende verbonden partij plaatsvindt.