De gemeente heeft soms (tijdelijk) overtollige middelen die “uitgezet” moeten worden. Eind 2013 is het zogenaamde schatkistbankieren (zonder leenfaciliteit) gestart. De overtollige middelen worden dan uitgezet bij het Rijk. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s van het schatkistbankieren een marktconforme rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. In 2019 zijn tijdelijke overschotten steeds uitgezet via Schatkistbankieren en weer terugontvangen. Het maximale bedrag dat daarbij tijdelijk is uitgezet bedroeg € 11 miljoen. Daarbij is steeds gestuurd dat het drempelbedrag schatkistbankieren niet werd overschreden. Het drempelbedrag schatkistbankieren is het normbedrag aan liquiditeitsoverschot dat een gemeente buiten 's Rijks schatkist mag aanhouden.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 2019 | |||||
(1) | Drempelbedrag | 1.612 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dag-basis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 1.421 | 1.311 | 748 | 889 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 191 | 301 | 864 | 723 |
(3b) = (2) > 1 | Overschrijding van het drempelbedrag | ||||
Bedragen x € 1.000 |