Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de ongedekte financiële risico’s en de financiële weerstandscapaciteit om deze risico’s op te kunnen opvangen. Het gaat om de mate waarin de gemeente in staat is financiële middelen vrij te maken en maatregelen te nemen om incidentele en structurele financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid en de gemeentelijke dienstverlening. Naarmate risico’s beter kunnen worden afgedekt en opgevangen, is sprake van een groter weerstandsvermogen. Om een waardeoordeel te kunnen geven over het weerstandsvermogen is het noodzakelijk dat het wordt afgezet tegen een norm.
Een algemeen gehanteerde norm bij gemeenten is een waarderingstabel opgesteld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) in samenwerking met de Universiteit van Utrecht (zie de tabel).
Ratio waardering weerstandsvermogen | Betekenis |
> 2,0 | Uitstekend |
1,4 – 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 – 1,4 | Voldoende |
0,8 – 1,0 | Matig |
0,6 – 0,8 | Onvoldoende |
< 0,6 | Ruim onvoldoende |
In onderstaande tabel wordt in de vorm van een ratio een oordeel gegeven over het weerstandsvermogen. Deze ratio wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door het risicoprofiel.
De ratio’s over de jaren 2018 en 2019 zijn opgenomen in de onderstaande tabel.
Ratio | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Realisatie 2019 |
1. Risicoprofiel | 10.797 | 13.300 | 11.311 |
2. Weerstandscapaciteit | 58.806 | 51.000 | 53.336 |
3. Ratio (verhouding tussen 1 en 2) | 5,4 | 3,8 | 4,7 |
4. Ruimte (verschil tussen 1 en 2) | 48.009 | 37.700 | 42.025 |
Bedragen x € 1.000 |
Uit voorgaande tabel blijkt dat het weerstandsvermogen gemeten aan de algemene norm van de NAR, uitstekend is. De totale weerstandscapaciteit is in 2019 4,7 maal zo groot als het risicoprofiel.